Doktertje spelen, wie heeft het vroeger niet gedaan? Het is sinds kort een van de favoriete spelletjes van mijn drie dochters. Ze zijn 4, 6 en 8 jaar en spelen vaak doktertje. Natuurlijk willen ze allemaal de dokter zijn en niemand de patiënt, zo komt het dat ik ook nog weleens patiënt ben.
Ook al hebben ze zelf, gelukkig, weinig ervaring bij de dokter, toch zijn er duidelijke regels. Zo moet de patiënt bij mijn meiden altijd wachten totdat de dokter hem roept. Dat gebeurt met de achternaam en ook de rest van het spel zeggen zowel dokter als patiënt uitsluitend ‘u’ tegen elkaar. Dan begint de dokter aan de onderzoeken. Hierbij stelt de dokter geen vragen aan de patiënt, maar doet slechts verschillende tests. Met een hamertje tegen de knie tikken is er altijd een van en leidt steevast tot grote hilariteit!
Na de onderzoeken weet de dokter altijd precies wat er aan de hand is. Het kan van alles zijn, opvallend is daarbij dat de ziekte vrijwel altijd de schuld van de patiënt is. De patiënt heeft niet juist gegeten (buikpijn), of niet goed opgelet (gebroken been) en krijgt dat ook van de dokter te horen. De behandeling wordt direct gestart en bestaat bijvoorbeeld uit een injectie (altijd leuk), pillen (rozijntjes) of gips om het gebroken been (een shawl van mij). Tenslotte is de patiënt de dokter zeer dankbaar en belooft dat hij zich nooit meer zo dom zal gedragen.
Leuk hoor, als de meiden lekker aan het spelen zijn, maar dit zette me toch wel aan het denken. Zoals ik al opmerkte hebben ze zelf gelukkig weinig ervaring met artsen. Toch hebben ze duidelijke beelden over hoe het er in een ziekenhuis aan toegaat. En plaatsen ze de arts duidelijk op een voetstuk. De patiënt speelt geen rol van betekenis. De patiënt wordt niets gevraagd, alleen duidelijk gemaakt wat hij verkeerd heeft gedaan. Hun beelden en aannames komen vanuit boeken, tv-programma’s, school en uiteraard wat ze thuis horen en meemaken. Dat alles vormt een aantal onbewuste denkbeelden, die zichtbaar worden tijdens zo’n spelletje. Als je je ervan bewust bent tenminste.
Overigens hebben kinderen (onjuiste) beelden over van alles, zoals indianen, prinsessen, en nog veel meer dingen die ze dagelijks naspelen en weinig met de echte realiteit van indianen of prinsessen te maken hebben. Op zich is dat niet erg, tot het moment dat je een echte indiaan of prinses tegenkomt en deze onbewuste denkbeelden een rol blijven spelen. Je vraagt je dan ineens af waar de verentooi van de indiaan is of waarom de prinses niet voortdurend pirouettes draait (de hoofdactiviteit van mijn meiden als ze een prinsessenjurk aanhebben 🙂
Bovenstaande situaties kunnen nog grappig zijn, een doktersbezoek is dat zelden. Het spel deed mij uiteindelijk inzien hoe diep denkbeelden over artsen en patiënten in een samenleving verweven zitten. En hoe lastig het is ze werkelijk te veranderen. Gelukkig is dit wel mogelijk. Onderzoekers naar allerlei soorten vooroordelen geven aan dat bewustwording van vooroordelen de eerste stap is om ze aan te passen. Bij deze!
Samen voor betere zorg,
Wil Konings