Artsendilemma’s

Momenteel ben ik bezig met een Engelse vertaling van het boek “De Power Patiënt”, waarschijnlijk kun je de titel wel raden. Het boek moet daarvoor niet alleen vertaald worden, maar er zijn b.v. ook internationale cijfers nodig, in plaats van de Nederlandse statistieken. Verder is het van belang de voorbeelden en verhalen te checken. Zo staat er in de Nederlandse versie een verhaal van een aanstaande moeder die van verloskundige wisselt, omdat ze graag thuis wil bevallen. Een verhaal waar men in het buitenland toch anders tegenaan kijkt dan bij ons.

Toch zijn de meeste verhalen universeel en tijdloos, zoals het volgende, dat ik opnieuw las en dat weer grote indruk op me maakte: Het gaat over een dame van 85 jaar, zij wordt verward en in slechte conditie opgenomen in het ziekenhuis. De dame kan niet meer begrijpelijk spreken. Ze is hart- en leverpatiënt, maar het is onduidelijk of haar klachten daarmee te maken hebben:

Eerst onderzoeken cardiologen en internisten haar, maar vinden niets. Na twee weken wordt ze overgeplaatst naar neurologie: op een scan is een tumor te zien die op de hersenen (en het spraakcentrum) drukt. De enige manier om erachter te komen hoe ernstig het is: een biopsie via een ‘kleine’ hersenoperatie. Voor de behandeling maakt het volgens haar neuroloog echter niet uit of het om een kwaadaardig of goedaardig gezwel gaat en ook niet of het gezwel snel groeit: de tumor is te groot om te verwijderen, zo’n operatie zou zij niet overleven. Hij bespreekt dit met haar zoons.

Deze zoons spreken later met een andere arts, die ze vertelt dat ze toch die ‘kleine’ bioptoperatie willen doen. Volgens deze arts is dat nodig om de diagnose en daarmee het vervolg duidelijk te krijgen. Ook bespreekt de arts met hen dat zelfs deze diagnostische operatie risicovol is vanwege de broze toestand van hun moeder, zij zou kunnen overlijden. Na dit gesprek zijn de zoons verdrietig en gefrustreerd. Zij begrijpen niet waarom het advies is veranderd en de operatie ineens wél nodig of nuttig is.

Uiteindelijk volgt er een nieuw gesprek met de eerste neuroloog, die eerlijk uitlegt dat er een meningsverschil was in de artsengroep. De operatie is vooral interessant voor de behandelaars en de familie. Afwachten geeft de patiënt meer kansen, ook al zouden de artsen en de familie meer onzekerheid hebben over het verdere verloop. De familie kiest er uiteindelijk voor hun moeder geen operatie te laten ondergaan. Ze heeft nog twee maanden geleefd. Prettige en rustige maanden voor de familie. Zij zijn de behandelend neuroloog dankbaar voor zijn open communicatie. Hij besprak heel eerlijk de dilemma’s die artsen normaal binnenskamers houden.

Zoiets is natuurlijk nooit zwart-wit. Er zitten vele kanten aan een dergelijke casus, en aan veel andere gevallen waar artsen mee te maken krijgen. Het is zelden mogelijk om vooraf te zeggen of een besluit ‘goed’ of ‘fout’ is. Soms kan dit achteraf zo blijken en soms is het ook achteraf onduidelijk.

Sommige artsen hebben dagelijks met dit soort dilemma’s te maken. De meeste families slechts enkele keren in hun leven. Des te belangrijker is het om de familie mee te nemen in de overwegingen en samen tot een beslissing te komen, waar de betrokkenen later goed op terug kijken en vrede mee hebben. Zoals in het bovenstaande geval gelukkig uiteindelijk gelukt is.

Samen voor betere zorg,
Wil Konings 

Share Button