Alle berichten van Wil Konings

To sim or not to sim

In trainingen en workshops gebruik ik graag simulaties, omdat ze mensen iets duidelijk maken dat ze nooit meer vergeten. Ik houd van dit soort serious games. Ik heb met mijn groepen onder meer papieren vliegtuigen gemaakt, spaghetti-torens gebouwd en natuurlijk met lego gespeeld. Vrijwel elke simulatie bestaat uit meerdere ronden. Natuurlijk gaat het in de eerste ronde allemaal niet zo goed, waarna de deelnemers de mogelijkheid hebben om alles steeds beter te laten gaan.

Momenteel ben ik een nieuwe simulatie aan het ontwikkelen, overigens een erg leuke bezigheid. En dat zette me aan het denken over het nut van simulaties. Want het is altijd leuk om met een groep een simulatie te doen, maar “leuk” is natuurlijk niet waar het uiteindelijk om gaat. En de simulatie lijkt ook nooit op het echte werk dat mensen doen (dat heb ik één keer geprobeerd en daar heb ik van geleerd 🙂 )

Na de simulatie moet het echte werk dus nog beginnen en moeten mensen hun eigen werkzaamheden aanpakken. Al probeer ik daar tijdens het spel al een begin mee te maken, bijvoorbeeld door mensen te vragen “Welke zaken uit het spel zie je ook in je eigen werk terug?” En altijd weer verbaast het me dat mensen duidelijke overlap zien. Ook al werken ze op een röntgenafdeling en hebben ze net vliegtuigjes gevouwen.

Waar volgens mij simulaties het grote verschil maken is in de periode (soms nog jaren) na het spel. Dan hoor je mensen vaak nog vergelijkingen maken met wat er in het spel is gebeurd. “Weet je nog toen we startten in ronde 2, …”

Dan blijkt de echte waarde van wat Confucius ooit gezegd heeft:

Confucius

 

“Ik hoor en ik vergeet,
ik zie en ik onthoud,
ik doe en ik begrijp”

 

En ja, wat is het alternatief? Sheet na sheet met droge kost, dat werkt alleen slaapverwekkend en onthouden mensen nog geen dag. Dus ik ga vrolijk verder met het ontwikkelen van deze simulatie, die hopelijk ook tot mooie inzichten gaat leiden en die mensen zich over 5 jaar nog steeds herinneren. Een prima resultaat!

Heb jij weleens een simulatie gedaan? Wat waren je ervaringen? Heb je er iets aan gehad? Ik hoor het graag in de comments.

Samen voor betere zorg,
Wil Konings

Share Button

Transparantie

Begin 2015 riep minister Schippers het “Jaar van de Transparantie” uit. De periode van maart 2015 tot maart 2016 stond in het teken van transparante  zorg.

Meer en betere informatie voor patiënten over de kwaliteit en de kosten van de zorg, dat is de essentie van het Jaar van de Transparantie “, volgens het Zorginstituut Nederland. Op hun site vind je meer informatie over wat het jaar heeft opgeleverd.

De meeste zorgprofessionals erkennen de waarde van goede en begrijpelijke informatie voor patiënten. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat het publiceren van verschillen tussen instellingen een positief effect heeft op de ‘score’ van instellingen over de gehele linie. Kennelijk stimuleren de cijfers de beste instellingen om het nog beter te doen. En stimuleren ze degenen die gemiddeld scoren of daaronder ook om het beter te doen. Dat op zich is al een reden om open te zijn over de kwaliteit van de geleverde zorg.

Een aandachtspunt is daarbij wel de tijdsinvestering die hoort bij het aanleveren van al deze gegevens. De meeste initiatieven in het “Jaar van de Transparantie” spreken over het belang van ‘informatievastlegging aan de bron’. Dat levert inderdaad de meest betrouwbare gegevens op. In de praktijk betekent dit echter vaak ‘informatievastlegging door de medisch professional’. Die staat immers aan de bron van de gegevens. En die heeft het al erg druk.

Wat een groot verschil zou maken is als we alleen díe gegevens hoeven aan te leveren die daadwerkelijk nuttig zijn voor vergelijking door patiënten of om de kwaliteit van de geleverde zorg te verhogen. Mijn persoonlijke inschatting is dat dat zo’n 25% is van alle indicatoren die we nu moeten bijhouden.

Daarnaast is het mogelijk gegevens te laten verzamelen door een andere ‘bron’, namelijk de patiënt. Bij bijvoorbeeld PROMs (Patient Reported Outcome Measures) is dat exact wat er gebeurt. Een ander voordeel van deze manier van meten is dat het de resultaten (Outcome) van de geleverde zorg meet, terwijl veel van de huidig gevraagde indicatoren gaan over hoe goed procedures worden gevolgd of over het volume van de geleverde zorg. Zaken die slechts indirect iets over de kwaliteit van zorg zeggen.

Wat is uw ervaring met het aanleveren van gegevens? En met het gebruiken ervan? Vergelijkt u de zorg in uw instelling met de zorg daarbuiten? En maken uw patiënten weleens gebruik van deze informatie?

Ik hoor het graag!

Voor betere zorg,
Wil Konings

Share Button

Samen beslissen: simpel of complex?

Samen beslissen, dat klinkt zo simpel. Het zit direct in de ‘cirkel van invloed’ van de arts en uit onderzoek blijkt dat 2/3 van de patiënten ook samen wil beslissen. Simpel dus, voor zowel patiënt als arts.

Waarom gebeurt het dan nog niet overal? Omdat het tegelijkertijd ook complex is. Het is aan de ene kant complex voor de arts, met name omdat hij of zij anders gewend is en is opgeleid om zelf de beste beslissing te nemen. Toch begint hier inmiddels op veel vlakken verandering in te komen. Steeds meer studenten leren de patiënt actief te betrekken in besluitvorming en steeds meer artsen doen dit uit zichzelf.

Aan de andere kant is samen beslissen ook complex voor de meeste patiënten. Zij zitten immers niet voor niets tegenover hun arts. Ze zijn ziek, voelen zich zwak en realiseren zich heel goed hoe afhankelijk ze zijn. Dat dit geldt voor vrijwel alle patiënten blijkt uit het feit dat zelfs hoogopgeleide en mondige mensen dit fenomeen beschrijven. Toch is het een ander verhaal als je eigen gezondheid op het spel staat, of die van je kind.

Overigens zijn er ook diverse verhalen bekend van artsen die zelf patiënt worden. Zij verbazen zich over hoe anders het is om aan de andere kant van de tafel te zitten. Lees bijvoorbeeld dit verhaal van een uroloog die hartklachten kreeg.

Wat kun je doen als arts om je patiënt te helpen samen te beslissen? En eigenlijk: Om hem te helpen mede-verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen zorgtraject.

Heidag 20 jan 2016Over deze vraag heb ik recent gesproken met een aantal gynaecologen en vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties. Dit is een aantal van de dingen die ze noemden:

  • Geef begrijpelijke informatie
  • Geef al vóór het spreekuur informatie/een vragenlijst, zodat de patiënt zich beter kan voorbereiden
  • Vraag wat het doel is van de patiënt met het consult en wat voor hem belangrijk is
  • Geef meerdere opties en spreek met de patiënt over de voor- en nadelen ervan

Wat vind jij? Zijn patiënten (mede-)verantwoordelijk voor hun eigen zorg? En hoe kun je als arts een patiënt helpen om deze verantwoordelijkheid te nemen? En om echt samen te beslissen? Ik hoor het graag!

Voor betere zorg,
Wil Konings

Share Button

Het prachtige plan in de la

 

Het is weer de tijd om plannen te maken, of misschien zijn de plannen voor het nieuwe jaar zelfs al helemaal klaar. Top! Helaas verdwijnen die prachtige plannen, als ze eenmaal gemaakt zijn, nog weleens in een la. Soms halen we ze er aan het eind van het jaar ook nog uit  om te kijken wat er gelukt is. En wat niet. Hoe dan ook, je kunt niets meer bijsturen.

Mijn advies is dan ook: Plan regelmatig momenten om te checken hoe ver je bent in het halen van je doelen. Check bijvoorbeeld maandelijks als het om een jaarplan gaat. Zorg ervoor dat je kort overlegt, dat dwingt je te spreken over de zaken die er echt toe doen. Doordat je maandelijks overlegt is bijsturen nog heel goed mogelijk en is de kans veel groter dat je het doel ook daadwerkelijk realiseert. En nog met minder moeite ook, dat is pas slimmer werken.

Klinkt goed, maar hoe pak je dat in de praktijk nu aan? Daarvoor deel ik graag dit model met je, dat mij al vaak heeft geholpen om overleggen effectiever te maken:

Doelen halen

Het model zegt dat je duidelijke doelen nodig hebt. Die heb je zojuist opgeschreven in je plan, dus deze stap heb je al gezet.

Vervolgens maak je elke maand inzichtelijk hoe je op dat moment presteert ten opzichte van de doelen. Met andere woorden: heb je ze al gehaald? Hoe ver sta je ervan af? Soms is dit een heel gemakkelijke stap, soms is het lastig. Mijn advies: maak het makkelijk.

Voor meetbare doelen: Geef de meting weer. Meetbare doelen zijn bijvoorbeeld: Aantal patiënten, gemiddelde ligduur, klanttevredenheid, ziekteverzuim.

Voor niet-meetbare doelen: Laat alle betrokkenen een rapportcijfer geven op gevoel. Dat klinkt misschien vreemd, maar werkt in de praktijk heel goed. Waarom? Omdat het snel is, omdat het to-the-point is en omdat mensen gezamenlijk heel goed kunnen inschatten hoe het ervoor staat. Zo voorkom je dat je voor een doel als “betrouwbaarheid van ons cito-proces” allerlei ingewikkelde metingen moet inrichten, die bovendien niet exact de betrouwbaarheid meten.

Als je weet op welke punten je prestaties nog niet machen met je doelen, kun je hiervoor in een dialoog de oorzaken achterhalen. Let op, dit betekent niet “de verklaring geven” en al helemaal niet “de schuldige aanwijzen.” Het gaat erom dat je de kernoorzaak vindt. Blijf je hangen in een verklaring of zondebok, stel dan nogmaals een oprechte waarom-vraag.

Een voorbeeld: “Onze therapietrouw is lager dan het doel”. Verklaring: “Onze patiënten vergeten hun medicatie in te nemen”. Kernoorzaak: “Onze patiënten hebben een druk leven en missen een manier om hen op gezette tijden aan de medicatie te herinneren”.

Tenslotte neem je actie om de kernoorzaak op te lossen. Dit klinkt vrij voor de hand liggend, maar vraag me niet hoe vaak ik bij overleggen ben geweest waar ‘niets’ uit kwam. Na afloop van het overleg ging iedereen weer ‘gewoon’ aan het werk en veranderde er niets om de prestaties te verbeteren.

Het mooie van het model vind ik het volgende: Als je alle stappen zet: Doelen stellen, Prestaties inzichtelijk maken, Oorzaken achterhalen, Actie nemen, dan is het bijna onvermijdelijk dat je je doelen haalt. Zonder stress ook nog, want je bespreekt ze iedere maand, dus er is geen noodzaak ineens hard te gaan rennen voor een deadline. Dat is echt slim werken.

Ik ben benieuwd hoe dit bij jouw organisatie gaat. Verdwijnen plannen weleens in de la? Of hebben jullie juist een mooie manier gevonden om er door het jaar heen aan te blijven werken?

Voor optimaal resultaat, houd het simpel en fun,

Wil Konings

Share Button

Wat een eikel!

Dat heeft u natuurlijk nog nooit gedacht, ik ook niet hoor, zeker niet in ziekenhuizen…

Toch kán een eikel uitgroeien tot een prachtige eik. Sterker nog, onder de juiste omstandigheden heeft die eikel zelfs geen keuze. Een klein stukje onder de grond, genoeg zonlicht en water. En dan wachten op de juiste temperatuur. De eikel zal transformeren tot het begin van een eik én, als de omstandigheden gunstig blijven, uitgroeien tot een prachtexemplaar waar veel andere planten en dieren baat bij hebben. Een reden om ook eens anders naar deze eikel te kijken?

En als je dan toch aan het observeren bent, kijk dan ook eens naar jezelf. Er zijn meerdere onderzoeken die aantonen dat het signaleren van een eikel nog meer over jou zegt dan over hem (of over haar 😉 )

Hoe zit dat? De theorie van de kernkwaliteiten van Daniël Ofman zegt hierover het volgende:

KernkwaliteitenKernkwaliteiten zijn je sterke kanten. Waar ben jij goed in? Als je anderen vraagt waar je goed in bent, zullen zij ook vaak jouw kernkwaliteiten noemen.

Valkuilen ontstaan wanneer je te ver doorschiet in je kwaliteit. Je bent dan niet meer effectief en je sterkte slaat om in een valkuil.

Uitdagingen zijn het positief omgekeerde van je valkuil. Het zijn kwaliteiten die een goede aanvulling kunnen zijn voor jouw kernkwaliteit. En die bovendien zorgen dat je minder snel in je valkuil trapt. Dat klinkt nog een beetje abstract, maar je kunt je uitdaging vaak gemakkelijk vinden door te kijken naar de mensen om je heen.

Allergieën zie je namelijk dankzij de eikels. Ze laten een bepaald gedrag zien waar jij een hekel aan hebt. Ook zij zijn doorgeschoten in hun kwaliteit (jouw uitdaging), waardoor ze niet meer effectief zijn. Achterhaal waarin ze zijn doorgeschoten en je vindt jouw uitdaging!

Een voorbeeld: Jij bent altijd heel behulpzaam voor iedereen (kernkwaliteit), je weet dat sommige mensen je hierdoor als bemoeizuchtig ervaren (valkuil). Tegelijkertijd erger jij je aan mensen collega’s die onverschillig zijn (allergie). Als je nagaat wat hier achter zit, ontdek je dat zij zaken goed los kunnen laten, iets waar jij juist moeite mee hebt. Loslaten is hun kernkwaliteit en jouw uitdaging.

Nog een voorbeeld: Jij bent zeer service-gericht (kernkwaliteit). Anderen noemen je hierdoor weleens wispelturig (valkuil). Jij ergert je aan een collega die in jouw ogen helemaal niet service-gericht is, maar juist veel te rechtlijnig (allergie). Hij is echter wel goed in het stellen van grenzen en dat is jouw uitdaging.

Hoe zit het met de eikels op jouw werk? En als je eerlijk bent, zijn er dan zaken die je van ze kunt leren? Zaken waardoor jij nog beter wordt in je vak? Ik hoor het graag!

Voor optimaal resultaat, houd het simpel en fun,

Wil Konings

 

 

Share Button

De Power Patiënt

Tijdens mijn werk in zorginstellingen merk ik vrijwel altijd hoe belangrijk het voor een organisatie is de patiënt centraal te stellen. Het gaat over ‘eigen regie’, ‘patient first’ of ‘patient centered-werken’. Allemaal mooie termen en de wil om ze te realiseren is er zeker. Tegelijkertijd zijn er twee dingen waar veel ziekenhuizen tegenaan lopen:

  1. Waar moet je beginnen? Wat is eigenlijk de patiënt centraal stellen? Hoe doe je dat?
  2. Waar halen we de tijd/het geld vandaan. Want de patiënt centraal stellen is zeker belangrijk, maar vaak niet urgent.

Dat laatste komt omdat veel andere dingen al urgent zijn. Er moeten bijvoorbeeld cijfers worden aangeleverd aan de toezichthouder, er zijn onderhandelingen met verzekeraars, er is een nieuwbouwlocatie/fusie/reorganisatie en soms is er gedoe binnen een bepaald onderdeel. Allemaal urgent. En ik begrijp het nog ook.

Maar hoe dan? Hoe krijgen we patiënt centraal écht op de agenda? Ik zeg: door de enorme potentie te gebruiken die patiënten zelf kunnen inzetten. In eerste instantie om hun eigen zorg te verbeteren, en in het verlengde daarvan de zorg van iedereen.

Want de voordelen voor de individuele patiënt zijn groot. Door je actief op te stellen in je eigen behandeling kun je ervoor zorgen dat je diagnose sneller bekend is. Je kunt eraan bijdragen dat je diagnose juist is. Je kunt de behandeling kiezen die het beste bij jou situatie past én je kunt je tijdens en na die behandeling actief inzetten voor je eigen herstel.

Bovendien is mijn hypothese dat, als 10% van de patiënten zich écht actief opstelt in hun behandeling, zorgprofessionals hun werkwijze zullen aanpassen. Eerst op het niveau van individuele artsen of verpleegkundigen.

Een voorbeeld: Als een aantal patiënten bewust kiest voor een behandeloptie die de arts niet als meest-voor-de-hand-liggend had gezien, zal die arts ook andere patiënten meerdere opties voorleggen en hén vragen mee te denken over wat in hun situatie de best passende behandeling is.

Als genoeg professionals hun werkwijze aanpassen, zal ook het ziekenhuis de manier van organiseren hierop aanpassen. Op dat moment is het centraal stellen van de patiënt namelijk urgent geworden. En het was al belangrijk, dus dat helpt.

Wil je meer weten over het boek, kijk op www.powerpatient.nl

Lees je dit artikel voor 11 november, dan kun je je nog aanmelden voor de boekpresentatie, op woensdagavond 11 november in Hilversum.

Lees je dit artikel na 11 november 2015 en heb je het boek gelezen, dan ben ik erg benieuwd naar je mening erover.

En wat is jouw eigen ervaring met het centraal stellen van de patiënt in het werk. In hoeverre gebeurt dit in jouw instelling in woorden én daden? Ik hoor het graag.

Voor optimaal resultaat, houd het simpel en fun,

Wil Konings

Share Button

Maak jij het beter of goedkoper?

Het is weer budgettentijd! De focus ligt op de euro’s. Misschien ligt je budget voor volgend jaar iets hoger dan dit jaar. In veel gevallen moet je het echter doen met hetzelfde, of zelfs met minder geld. Vaak moet je volgend jaar tegelijkertijd wel meer werk uitvoeren: Meer patiënten zien, meer onderzoeken doen, etc. En daarom moet je het werk anders organiseren, zodat je ook daadwerkelijk binnen budget blijft.

Dan wordt er vaak gekozen dat iedereen iets “harder werkt” of iets “sneller werkt”. Dit heeft helaas vaak tot gevolg dat dingen onzorgvuldiger gebeuren, met een voorspelbaar effect op de kwaliteit. Zolang we binnen de kwaliteits-normen blijven, is dat prima, denken we.

Wat zijn echter de kosten van al die overwerkte teams in de zorg? Die helaas ook af en toe een steekje laten vallen, het zijn immers mensen. En die dat foutje dan tussen het drukke werk door moeten herstellen, dus er niet al te veel aandacht aan kunnen besteden.

Bijvoorbeeld als een buisje bloed zoek raakt, en we de patiënt moeten vragen of we nogmaals bloed kunnen afnemen. Vervelend voor de patiënt en het kost ons extra tijd, maar het is nog te doen. Echt naar wordt het als die ene verdachte moedervlek zoekraakt. Die valt niet meer te onderzoeken.

Gelukkig is er ook een andere aanpak mogelijk. Hij ligt iets minder voor de hand, maar werkt in veel gevallen: Maak dingen beter en ze worden goedkoper.

Een paar voorbeelden:

  • Handel alles af als cito en je hebt geen aparte cito-procedure meer nodig (UMCU)
  • Werk met inloopscans en je hoeft geen afspraken meer te plannen, verzetten, etc. (o.a. Meander en St. Antonius Ziekenhuis)
  • Doe onderzoeken per stuk i.p.v. in een batch en monsters kunnen niet meer zoekraken in de koelkast (St. Elisabeth Ziekenhuis). Dit laatste kost overigens voor het lab een paar euro meer per test, maar bespaart de verpleegafdelingen honderden euro’s door minder verpleegdagen. Het is even overleggen, maar bespaart op ziekenhuisniveau veel kosten.

Beste managers, probeer in deze budgettentijd, de focus eens op kwaliteit te leggen. En zie hoe kosten geen probleem meer voor je zullen vormen. Kies voor goedkoper en de kwaliteit daalt. Kies voor beter en het wordt goedkoper!

Ik hoor graag jouw ervaringen hiermee. Heb jij hier voorbeelden van initiatieven om de kwaliteit te verhogen, die leidden tot lagere kosten? Laat het zeker weten!

Voor optimaal resultaat, houd het simpel en fun,

Wil Konings

Share Button

De 3 geheimen van zelfsturende teams

Niet alleen de auto gaat steeds meer zelf sturen. Veel organisaties waar ik kom zijn bezig met zelfsturende teams. Of er loopt een traject voor meer ondernemerschap.

Wat zit er achter zelfsturing en ondernemerschap en waarom werkt het, in ieder geval in theorie? Mocht jouw organisatie ook starten met zelfsturende teams, of moeten de mensen ondernemender worden, check dan of jouw organisatie aan de juiste voorwaarden voldoet. Alleen dan kunnen zelfsturende teams meer zijn dan de zoveelste hype en kun je er als organisatie voordeel uit halen.

Een klein stukje theorie: Uit veel onderzoeken blijkt dat er 3 geheimen zijn om mensen de beste prestaties te laten leveren en het meeste werkplezier te laten ervaren: Autonomie, Meesterschap en Betekenis. Dit zijn exact de voorwaarden die nodig zijn om succesvolle zelfsturende teams te krijgen. En exact de voorwaarden om een ondernemende organisatie te zijn.

De eerste voorwaarde is in mijn ervaring vaak ook de lastigste: Autonomie. Dit houdt in dat je de vrijheid hebt om je eigen werk in te delen en uit te voeren op de manier die volgens jou het beste is. In de praktijk zie je in veel organisaties dat het gevestigde management-control-denken leidt tot een zeer gestructureerde manier van werken en nauwelijks vrijheid in hoe het werk wordt gedaan. Dit bevordert het werkplezier in ieder geval niet en belemmert zelfsturende teams en ondernemerschap.

Meesterschap is het steeds beter worden in je werk. Blijven groeien en uitgedaagd blijven worden stimuleert mensen in hoge mate. Steeds beter worden in je werk geeft van zichzelf al werkplezier. Vergelijk het met sporters die voortdurend bezig zijn hun persoonlijke record te verbeteren, dat motiveert enorm.

Do work worth doing -motivational reminder on sticky notesEn dan de laatste voorwaarde: Betekenis. Dit is in zorginstellingen meestal direct terug te vinden. Werk in de zorg is vrijwel altijd werk van betekenis. En juist die betekenis is vaak de reden dat mensen in de zorg zijn gaan werken. Lastiger wordt het als mensen een groot deel van hun tijd bezig zijn met betekenisloos werk, zoals administratie, controles, etc. Dan ervaren zij vaak dat er nauwelijks tijd ‘overblijft’ voor werk van betekenis, zoals het helpen van patiënten. Terwijl dat natuurlijk het echte werk is.

Als aan al deze drie voorwaarden is voldaan, ervaren mensen het meeste werkplezier. Als een van de onderdelen mist, is het werkplezier ook minder. Dat heeft een directe invloed op de mate waarin een team ‘zelfsturend’ zal zijn. Waarom zou je immers je best doen ook het werk van je teamleden in goede banen te laten lopen, als je al geen plezier hebt in je eigen werk.

Gaat jouw organisatie aan de slag met zelfsturende teams of ondernemende medewerkers, zorg er dan eerst voor dat aan alle drie de voorwaarden is voldaan: Autonomie, Meesterschap en werk van Betekenis. Dan zullen je teams zich met plezier zelf managen.

Ik ben benieuwd of bij jou aan de drie voorwaarden is voldaan. En welke invloed heeft dat op jouw werkplezier?

Voor optimaal resultaat, houd het simpel en fun,
Wil Konings

Share Button

De actieve patiënt

Het pbg, oftewel het PersoonsGebondenBudget, is de laatste tijd vaak negatief in het nieuws. Er is onder meer sprake van fraude door budgethouders en vertraging in de uitbetaling vanuit de SVB. Dit heeft geleid tot veel Kamerdebatten en negativiteit in het algemeen.

Tegelijkertijd blijkt het pgb-concept op zich juist uitstekend te werken: Het is goedkoper dan het alternatief ZiN (Zorg in Natura) en patiënten zweren erbij. Ze demonstreerden zelfs op het Malieveld toen het pgb grotendeels dreigde te verdwijnen.

Waarom? Wat maakt het verschil? Een patiënt met een pgb is zeer actief betrokken bij zijn eigen zorg. Zo’n patiënt blijkt mooie oplossingen voor elkaar te krijgen die voor zijn persoonlijke situatie goed werken. Zoals bijvoorbeeld blijkt uit het verhaal van Giesbert. Hij heeft een dwarsleasie en geeft aan hoe het pgb zijn kwaliteit van leven sterk verhoogd heeft.

Opname boektrailer
Opname boektrailer De Power Patiënt

Dit najaar komt een boek uit, dat ik heb geschreven, de titel is: “De Power Patiënt“. Deze week waren de opnames voor de “boektrailer”, net zoiets als een filmtrailer, maar dan voor een boek. Het boek is gericht op patiënten en laat hen zien wat de voordelen voor hen zijn van het zich actief opstellen in elke fase van hun ziekte. Die voordelen zijn groot: ze zijn sneller beter, krijgen een behandeling die zo goed mogelijk bij hen past, en hebben minder last van bijwerkingen, etc.

Wat ik steeds weer zie in mijn werk is dat dergelijke powerpatiënten ook veel voordelen hebben voor het ziekenhuis en de mensen die er werken. Een actieve patiënt is meer betrokken bij zijn behandeling, durft uit te spreken wat hem mankeert en stelt de vragen die hij heeft. Ook is zijn therapietrouw hoger en trekt hij eerder aan de bel bij eventuele bijwerkingen.

NB: Een powerpatiënt is actief en betrokken, maar heeft niet heel internet afgezocht en denkt het niet beter te weten dan de arts. Hij beschouwt zichzelf en zijn arts als gelijkwaardige partners.

Ik ben benieuwd of jij wel eens te maken hebt met patiënten die zich al zo gedragen. Laat het graag weten in een reactie!

Voor optimaal resultaat, houd het simpel en fun,

Wil Konings

Share Button

Ga je mee naar de film?

Op de meeste plekken waar ik kom, moet iedereen voldoen aan strenge normen en richtlijnen met betrekking tot de kwaliteit. ISO, CCKL, NEN, HKZ, NIAZ, de lijst is vrijwel oneindig. Al deze certificeringen en keurmerken garanderen echter nog niet dat iedereen op de veiligste en beste manier werkt.

Ze bestaan vaak uit een grote hoeveelheid papieren of digitale documenten, waarin onder meer staat hoe er gewerkt zou moeten worden. Maar wie leest deze documenten werkelijk? Wie heeft er tijd voor? Wat veel afdelingen kunnen gebruiken is een makkelijke manier om mensen te helpen het werk op de beste manier uit te voeren en ze de laatste tips&tricks mee te geven.

Er is een simpele en doeltreffende manier om dit te realiseren. Om ervoor te zorgen dat iedereen op de hoogte is van eventuele wijzigingen in de manier van werken. En om ervoor te zorgen dat patiënten van alle betrokkenen een gelijke behandeling krijgen. Wat die manier is? Filmen!

Laat een medewerker filmen hoe hij werkt. Kies hiervoor iemand die het goed doet, of iemand die net iets handigs heeft ontdekt. Iets filmen kan tegenwoordig heel simpel met iedere smartphone. Kies een bepaalde handeling, of die nieuwe slimme truc en maak er een filmpje van 1 tot 2 minuten. Dit filmpje deel je vervolgens tijdens het werkoverleg en iedereen is weer bij.

Een paar voorbeelden: Je kunt in een PA-lab filmen hoe je de beste uitsnede voor een coupe maakt. Of bij radiologie hoe je een patiënt optimaal positioneert voor een bepaalde scan. Vraag in dat laatste geval een collega om de patiënt te spelen en houd de kleren aan 🙂

Het is niet zo gek dat dit beter werkt: een plaatje zegt meer dan 1000 woorden, en we zijn visueel ingesteld. Zo doorgrond je alles veel sneller

De belangrijkste succesfactoren:

  • Maak goede afspraken over waar het filmpje voor wordt gebruikt (alleen werkoverleg) en
  • Film mensen alleen na hun expliciete toestemming. Respecteer het als sommige patiënten of medewerkers niet willen worden gefilmd.
  • Maak ruimte voor vragen of opmerkingen over wat gezien is. Misschien ziet iemand een nog slimmere manier dan we op het filmpje zagen.
  • En voor het volgende werkoverleg laat je iemand anders iets anders filmen.

Mijn ervaring is dat mensen dit een prettige manier vinden om te leren. En ja, het maken van het eerste filmpje is soms even wennen, maar bij het derde filmpje kijkt niemand er meer van op.

Ik ben benieuwd: hoe gaat jouw afdeling om met alle richtlijnen? Werkt iedereen op dezelfde manier? En wat zou je ervan vinden om dit eens te filmen en met je collega’s te delen?

Voor maximaal resultaat, houd het simpel en fun.
Wil Konings

Share Button